Psalm 2

Psalm 2 spreekt over koning David.   Hij is de gezalfde,. (messias betekent “gezalfde”) zie I Sam 16:12-13.  Hier wordt David gezalfd door de priester en profeet Samuel, iets wat nooit gebeurd is bij Jezus, hij is nooit gezalfd door een profeet of priester, maar alleen door een zondige vrouw, iets wat natuurlijk niets betekent.

 

“Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg.”   Koning David regeerde vanaf de berg Zion, hij woonde daar en is daar begraven, maar niets van dit alles heeft betrekking op JC; hij was nooit een koning, en hij heeft nooit geregeerd vanaf de berg Zion.

 

“Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt.”

Dit betekent niet dat koning David een fysieke zoon van God was.   De uitdrukking: “zoon van God” wordt gebruikt voor mensen en engelen de zeer geliefd of extra bevoordeeld zijn door God, zoals we kunnen zien in Genesis 6:4, Job 1:6, 2:1, 38:7, Psalm 82:6, 89:6 en vele andere verzen.

 

Vers 8:  ” Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit.  Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk.”

Dit heeft allemaal betrekking op koning David, God gaf hem de overwinning over al zijn vijanden, maar niets hiervan heeft betrekking op JC.

De claim dat hij het bovenstaande gaat doen na zijn tweede komst is een waardeloze claim, want iedereen kan dat claimen.

 

En daarom is het absurd om te zeggen dat Psalm 2 gaat over JC in plaats van koning David.