De 70 ‘weken’ van Daniel 9
Daniel 9:24-27 Text van de “Nieuwe Vertaling” van het Nederlands Bijbel Genootschap. (NBG)
“Zeventig weken zijn bepaald over Uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen, en iets allerheiligst te zalven. Weet dan en versta; vanaf het ogenblik dat het woord uitging om Jeruzalem te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en tweeenzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden. En na de tweeenzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is; en het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten, maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn; verwoestingen waartoe vast besloten is. En hij zal het verbond zwaar maken, een week lang, in de helft van de week zal hij het slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over al dat woest is.“
De christelijke interpretatie van deze profetie:
Volgens het christendom gaat deze passage over Jezus. Maar ook dit is gebaseerd op foutive vertalingen en foutieve interpretaties. ‘Vanaf het ogenblik dat het woord uitging om Jeruzalem te herbouwen’ Dit gebeurde volgens het christendom in het 20e jaar van het koningschap van Artachsasta, en de claim is dat dit was in 445 BCE (before the common era). Hierbij worden opgeteld de zeven weken en de tweeenzestig weken, samen 69 weken. 69 weken dat zijn 483 dagen. Iedere profetische dag word geacht te staan voor een jaar, dus dan hebben de christenen het over 483 jaar. Maar niet zomaar jaren, maar jaren van 360 dagen ipv 365,25. Dus dan komen we op een totaal van 483 x 360 = 173880 dagen. Om dit weer om te rekenen naar zonnejaren moeten we het delen door 365,25, en dan krijgen we 476 jaar.
Bent u er nog?
Als we nu bij 445 B.C.E. 476 jaar optellen komen we op het jaar 31, het jaar van Jezus’ kruisiging.
Waarom de christelijke interpretatie fout is:
De problemen zijn als volgt:
Ten einde de christelijke berekeningen kloppend te krijgen moeten de jaren ingekort worden tot 360 dagen. Maar een joods jaar, dat is een bijbels jaar, heeft geen 360 dagen. Het is een feit dat de joodse maand is gebaseerd op de maan, en dat een “maanmaand” ongeveer 29,5 dagen duurt en dat daarom een ‘maanjaar’ van 12 ‘maanmaanden’ 11 dagen korter duurt dan het zonnejaar, maar dit word gecompenseerd doordat er 7 maal in de 19 jaar een schrikkeljaar is, waarbij het jaar geen 12 maar 13 maanden heeft. Daardoor blijft het joodse jaar keurig in de pas lopen met het zonnejaar. En als we van 445 BC 69 profetische weken, dat is 7 x 69 is 483 jaar, optellen, dan komen we op het jaar 38, en iedereen is het er over eens dat Jezus toen al lang dood en begraven was, dus deze profetie gaat niet over Jezus. Teneinde Jezus hier in te passen moeten de jaren ingekort worden, de 7 en de 62 weken aan elkaar gekoppeld worden, kortom; de vertaling moet vervalst worden en de feiten verwrongen.
De text zegt “Weet dan en versta; vanaf het ogenblik dat het woord uitging om Jeruzalem te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en tweeenzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden;” Dus na zeven weken moet de messias (messias betekent gezalfde) al komen. In de Staten Vertaling zijn de 7 weken en 62 weken aan elkaar gekoppeld, d.m.v. een punt-komma achter de 62 weken, maar dat is een foute vertaling. Zo’n punt-komma is in de hele originele text niet te vinden; die is er gewoon ingestopt door de vertalers. Als de bijbel een getal van 69 weken wil geven, dan zegt het niet 7 weken plus 62 weken, dan zegt het gewoon 69 weken. Daarom zegt de Leidse vertaling hetzelfde als de NBG vertaling, hier is de Leidse: “Gij moet dan weten en verstaan: van het ogenblik af waarop het woord uitgesproken is om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen, tot een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en twee en zestig weken lang zal het hersteld en herbouwd worden, met pleinen en wallen, maar in den druk der tijden.”
En ook de Willibrord vertaling vertaalt dit correct: “Prent dit goed in uw hoofd: vanaf het ogenblik waarop het woord gesproken werd over de terugkeer uit de ballingschap en de herbouw van Jeruzalem, tot aan het optreden van de uitverkoren vorst, zullen er zeven weken verlopen; eenmaal herbouwd met pleinen en wallen zal de stad tweeënzestig weken lang zo blijven. Maar in de moeilijke tijd.”
En ook de Nieuwe Bijbelvertaling vertaalt dit correct: “Vanaf het ogenblik waarop het woord is uitgegaan dat Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het tijdstip waarop een gezalfde vorst verschijnt, zullen zeven weken verstrijken; en het herstel en de wederopbouw van de stad, met pleinen en wallen en al, zal tweeënzestig weken duren, en het zal een tijd van verdrukking zijn.”
En ook de Naardense vertaling vertaalt dit correct: “vanaf de uitgang van een woord is het, om nog een keer Jeruzalem op te bouwen tot aan de zalving van een leidsman een zevental zevendaagsen; in zestig en een dubbeltal zevendaagsen zal zij nog een keer worden herbouwd, met plein en gracht, in die benarde tijden;”
Dus na 7 weken, dat is 7 x 7 is 49 jaar, moet een messias gekomen zijn, en niet alleen na de 69 weken.
De text zegt dat na de 62 weken een gezalfde zal worden uitgeroeid en het heiligdom verwoest. Neem a.u.b. goede nota van het feit dat EEN gezalfde uitgeroeid zal worden, en niet DE gezalfde. Een van de vele foute vertalingen van de Staten Vertaling. Wat ook vreselijk verschrikkelijk fout is is het volgende: “En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn;” Staten Vertaling.
“En na de tweeenzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is.” Nieuwe Vertaling
Dit past zo mooi in de christelijke leer, een messias die dood gaat, maar: “ het zal niet voor Hem zelven zijn”
Of deze: “terwijl er niets tegen hem is”
Het probleem met deze kreten die zo mooi passen in het christendom is: Het staat er niet. Er staat, letterlijk vertaald: “EEN messias zal worden afgesneden, en hij heeft niets.” Dit is correct vertaald door de Nieuwe Wereld Vertaling van het wachttoren genootschap, die zegt: “En na de 62 weken zal [de] messias worden afgesneden met niets voor zichzelf.” De vierkante haken om het woord “de” geeft aan dat dat woord niet in de grondtekst staat. In het hebreeuws is geen woord voor “een”. Als het woord “de” er niet is, dan is het woord “een” automatisch bedoeld.
De lutherse vertaling maakt er het volgende van: “En na die twee’enzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden en niet meer zijn.“
Hier is de Leidse vertaling: “En na die twee en zestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, zonder dat iemand hem redt.” Ook erg vrij vertaald, er wordt niet gesproken over redden, maar in elk geval is het totaal anders dan de SV en de NBG.
De 70 weken zijn onderverdeeld in 7 weken, 62 weken, en 1 week. Na de 62 weken, in de laatste week, moet de messias worden afgesneden, en de tempel en Jeruzalem verwoest worden. Ook hier gaat de christelijke interpretatie mank. Jezus werd gekruisigd in 31 of 32, en de tempel (heiligdom) werd verwoest in 70; dat is 38 jaar later, dus meer dan 5 profetische weken later, terwijl de profetie zegt dat het beide zal gebeuren na de 62 weken, in de laatste week. We hebben eerst de 7 weken, en dan de 62 weken, als we dan nog 5 weken moeten wachten op de verwoesting van het heiligdom, dan komen we op een totaal van 7 + 62 + 5 is 74 weken, hetgeen 4 weken te lang is.
Sommige christenen proberen hier onderuit te komen door te zeggen dat de laatste week nog niet geweest is. Een wanhoopsdaad, want het is erg vreemd om te zeggen dat de 7 weken en de 62 weken aaneengesloten waren, en dat dan de laatste week nog ergens in twilight zweeft om wie weet wanneer nog is langs te komen. Het is ook niet mogelijk dat de laatste week nog niet is geweest, want de profetie zegt: “En hij zal het verbond zwaar maken, een week lang, in de helft van de week zal hij het slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen,….”
In het midden van DE week zal de offerdienst gestaakt worden. Nou de christelijke leer is dat met de dood van JC de dieroffers afgeschaft werden, dus dan moet zijn dood in het midden van de week geweest zijn. Maar dan komt de verwoesting van de tempel en Jeruzalem veel te laat.
De juiste uitleg van de 70 weken van Daniel 9:
Laten we nu eens kijken wat er werkelijk loos is in deze profetie. De profetie eindigt met de verwoesting van de tempel in het jaar 70. De hele profetie beslaat 70 profetische weken, dat staat voor 490 jaar, dus de profetie begint in het jaar 70 minus 490 jaar, is 420 BCE. (before the common era) Volgens de joodse traditie werd de eerste tempel verwoest in het jaar 3338 vanaf de schepping, dat is 423 BCE. De 70 profetische weken beslaan het tijdperk van de 70 jarige joodse ballingschap in Babylon en het tijdvak van ongeveer 420 jaar dat de tweede tempel bestaan heeft.
“Weet dan en versta; vanaf het ogenblik dat het woord uitging om Jeruzalem te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken, …” Dus na zeven weken moet een messias komen. Zeven weken na wat? “vanaf het ogenblik dat het woord uitging om Jeruzalem te herbouwen” Aldus de Nieuwe Vertaling. De NBG vertaling geeft de indruk dat het gaat om een bevel om terug te keren, terwijl de Staten vert. zegt: “Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen,….” “Om te doen wederkeren”. Maar de woorden “om te doen” staan er niet in het hebreeuws. Daarom is dit een betere vertaling: “Weet dan en versta; vanaf het ogenblik dat het woord uitging betreffende terugkeren en het herbouwen van Jeruzalem…..”
Wanneer ging er voor het eerst een woord uit, werd er voor het eerst gesproken over het feit dat de joden zouden terugkeren vanuit de babylonische ballingschap en Jeruzalem zouden herbouwen? Dat was bij monde van de profeet Jeremiah, die dat profeteerde aan het begin van de babylonische ballingschap. Zie Jer. 25:11-12. En het was deze profetie die Daniel aan het bestuderen was toen hij het visioen kreeg betreffende de 70 weken. Zie het begin van Daniel 9.
Dus de uitgang van het woord is niet de toestemming van koning Kores om terug te keren, maar Jeremiah’s profetieen aan het begin van de Babylonische ballingschap.
Dus 7 profetische weken (die staan voor 49 profetische dagen = 49 jaar) na het begin van de babylonische ballingschap moet een messias, een gezalfde, op het toneel verschijnen. Wie was die gezalfde?
Ten einde dit te begrijpen moeten we eerst weten wat een gezalfde, of een messias, is. Het woord “messias” komt van het hebreeuwse woord “meshiach”, en dat betekent gezalfde. In Israel was het de gewoonte om belangrijke personen, zoals koningen en hogepriesters, te zalven met olie als inwijding voor hun belangrijke taak. Dit werd gedaan door een profeet en/of priester. De eerste messias was koning Saul. Hij was gezalfd door de profeet en priester Samuel, zoals we kunnen lezen in het eind van I Sam 9 en het begin van hoofdstuk 10. En Saul werd een messias genoemd, zie I Samuel 12, de eerste verzen. Alleen het vreemde is dat hier het het hebreeuwse woord “meshiach” in de Staten Vertaling wordt vertaald met “gezalfde”, terwijl hetzelfde woord in Daniel 9 wordt vertaald met “messias”.
De volgende messias, of gezalfde, was David. In I Samuel 16:12-13 zalft de profeet Samuel hem tot koning, en hij wordt een messias, zoals we kunnen lezen in II Samuel 23:1; “Voorts zijn dit de laatste woorden van David. David, de zoon van Isai zegt, en de man, die hoog is opgericht, de gezalfde van Jakobs God, en liefelijk [in] psalmen van Israel, zegt:….”
En dan was er de messias Salomo. I Koningen 1:39; “En Zadok, de priester, nam den oliehoorn uit de tent, en zalfde Salomo; en zij bliezen met de bazuin, en al het volk zeide: De koning Salomo leve!”
En de bijbel noemt hem een messias: II Kronieken 6:42, een gebed van Salomo: “Here God, wijs uw gezalfde niet af, gedenk de gunstbewijzen aan uw knecht David.”
Dus nu weten we wat een messias is; een gezalfde koning. En nu kunnen we gaan uitzoeken wie de messias, de gezalfde, is van Daniel 9 vers 25.
Even tussendoor: JC is nooit tot koning gezalfd zoals een joodse koning gezalfd moet worden, hij was ook nooit een koning, dus, hij was geen messias, geen gezalfde. Daarom kan Daniel 9 geen betrekking hebben op hem.
52 jaar na het begin van de ballingschap kwam koning Kores aan de macht in Babel, en hij was het die de joden toestemming gaf terug te keren en de tempel te herbouwen, zoals beschreven is in Ezra 1:1. Kijk nu in Jesaja 45:1; “Zo zegt de Here tot zijn gezalfde, tot Kores, …” Hier noemt God bij monde van de profeet Jesaja de niet joodse koning Kores “Zijn gezalfde”. In het hebreeuws: “meshiach”. Dus Kores die toestemming gaf voor de herbouw van de tempel is de gezalfde, de messias. . Koning Kores besteeg de troon 52 jaar nadat de joden in ballingschap waren gegaan, dat is 7 profetische weken die staan voor 49 jaar, plus 3 jaar. (de drie jaar zijn niet vermeld omdat het geen volledige “week” is)
7 profetische weken staan voor 49 jaar. Er zijn ongeveer 50 jaar tussen de verwoesting van de eerste tempel en het aantreden van Kores om Jeruzalem te herbouwen. (Ezra 1:1) Maar toen werd door tegenwerking van de vijanden van het joodse volk de tempelbouw stilgelegd. Zie Ezra 4. Ongeveer 20 jaar later, in het jaar 3408 vanaf creatie, 353 BCE, onder koning Darius, werd de bouw van de tempel voltooid; Ezra 4:24; “Zo werd de arbeid aan het huis Gods te Jeruzalem gestaakt, en bleef stilleggen tot aan het tweede jaar van de regering van Darius, de koning van Perzie.” Dit zijn de 70 jaar van de babylonische ballingschap.
De 7 weken, 49 jaar, starten in het jaar 3338 na creatie, 423 BCE. Ze eindigen in 3380 na creatie met het verschijnen van koning Kores, 377 BCE. Ze worden gevolgd door de 62 weken, oftewel 434 jaar, en dat brengt ons tot het jaar 3824 na creatie, 63 CE. Blijft er over 1 week, die ons brengt tot 3828 na creatie, 70 CE.
“En na de tweeenzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is;” Dit gaat over de laatste Joodse koning Agrippas aan het eind van de 2e tempel periode.
“En hij zal het verbond zwaar maken, een week lang, in de helft van de week zal hij het slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over al dat woest is.”
In het midden van de laatste week die loopt van 63 tot 70, zouden de dieroffers ophouden. De tempeldienst met de dieroffers was na de dood van JC gewoon doorgegaan, totdat in 66 de joden rebelleerden tegen de romeinen. Als reactie hierop belegerden de romeinen Jeruzalem. Door de omsingeling was het onmogelijk voor de joden om schapen en stieren de stad in te brengen voor de offerdienst, en daardoor werd de offerdienst onderbroken.
“En het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten,”
Dit gaat over de romein Titus, die het bevel gaf tot de verwoesting van Jeruzalem en de tempel.