Hoe verkrijgt het joodse volk vergeving van zonden zonder dieroffers?
Om te beginnen, de dieroffers zijn niet afgeschaft. Het joodse volk is nu niet in staat om de wetten met betrekking tot de dieroffers na te leven, omdat de dieroffers niet overal gebracht mogen worden, maar alleen op het altaar op het tempelplein.
Deze regel heeft God gegeven in de torah: “Ieder van het huis Israëls, die een rund, een schaap of een geit in de legerplaats of buiten de legerplaats slacht, 4 maar die niet brengt naar de ingang van de tent der samenkomst, om een offergave aan de HERE te brengen vóór de tabernakel des HEREN – als bloedschuld zal dat die man worden aangerekend; hij heeft bloed vergoten en die man zal uit het midden van zijn volk uitgeroeid worden, 5 opdat de Israëlieten hun slachtoffers brengen, die zij op het open veld plegen te offeren; zij moeten ze brengen voor de HERE, naar de ingang van de tent der samenkomst, tot de priester, om ze als vredeoffers de HERE te offeren.” Lev 17:3-6
“Maar wanneer gij de Jordaan zult zijn overgetrokken en woont in het land dat de HERE, uw God, u zal doen beërven, en Hij u rust geeft van al uw vijanden aan alle kanten, en gij veilig woont – dan zult gij naar de plaats, die de HERE, uw God, verkiezen zal om daar zijn naam te doen wonen, alles brengen, wat ik u gebied: uw brandoffers en slachtoffers, uw tienden en wijgeschenken en de gehele keur der geloften, die gij de HERE doen zult; gij zult u verheugen voor het aangezicht van de HERE, uw God, gij, uw zonen, uw dochters, uw dienstknechten en uw dienstmaagden, en de Leviet, die binnen uw poorten woont, want hij heeft bezit noch erfdeel met u.
Neem u ervoor in acht, dat gij uw brandoffers niet brengt op elke willekeurige plaats; maar op de plaats die de HERE in het gebied van één uwer stammen verkiezen zal, daar zult gij uw brandoffers brengen, en daar zult gij doen alles wat ik u gebied.”
Deut 12:10-14
Dus het joodse volk mag alleen dieroffers brengen op het altaar voor de tempel, en nergens anders. En dat is de reden dat na de verwoesting van de tempel geen dieroffers meer gebracht worden. Maar de profeten zeggen ons dat na de bouw van de derde eeuwigdurende tempel de dieroffers weer in ere hersteld zullen worden zoals we kunnen lezen in Zacharia14:20, Maleachi 3:1-4 en Ezechiel 43.
Maar hoe verkrijgen we vergeving voor zonden nu we geen tempel en dieroffers meer hebben? Op dezelfde manier waarop we het verkregen voor de verwoesting van de tempel: Door tot inkeer te komen en terug te keren naar God en zijn wet.
De dieroffers in de tempel waren, een paar uitzonderingen uitgezonderd, alleen voor ONOPZETTELIJKE zonden. Zie Leviticus 4:2-3; “Spreek tot de Israëlieten: Wanneer iemand zonder opzet zondigt in een van de dingen die de HERE verboden heeft te doen, en één daarvan doet – dan zal, indien de gezalfde priester zonde gedaan en daardoor het volk in schuld gebracht heeft, hij voor de zonde die hij begaan heeft, een jonge, gave stier de HERE tot een zondoffer brengen.”
Leviticus 4:13-14; “Indien de gehele vergadering Israëls zonder opzet zonde gedaan heeft, en dit voor de ogen der gemeente verborgen is gebleven, en zij tegen één van al de geboden des HEREN iets gedaan heeft, dat niet gedaan mocht worden, en dus schuldig geworden is, dan zal de gemeente, wanneer de zonde die zij begaan heeft, haar bekend geworden is, een jonge stier ten zondoffer brengen en zij zal die leiden vóór de tent der samenkomst.”
Leviticus 4:22-23; “Als een vorst gezondigd heeft en zonder opzet tegen één van al de geboden van de HERE, zijn God, iets gedaan heeft dat niet gedaan mocht worden, en dus schuldig geworden is, dan zal hij, als hem de zonde die hij begaan heeft, bekend geworden is, als zijn offergave een geitebok brengen, een gaaf dier van het mannelijk geslacht.”
Leviticus 4:27-28; “Indien iemand uit het volk des lands zonder opzet gezondigd heeft door een van de dingen te doen, die de HERE verboden heeft, en dus schuldig geworden is, dan zal hij, als hem de zonde die hij begaan heeft, bekend geworden is, voor de zonde die hij begaan heeft, als zijn offergave een geit, een gaaf dier van het vrouwelijk geslacht, brengen.”
Leviticus 5:15 ” De HERE sprak tot Mozes: Wanneer iemand ontrouw wordt en zonder opzet zonde doet tegen iets van wat de HERE geheiligd is, dan zal hij, als zijn boete, de HERE een gave ram van het kleinvee brengen ten schuldoffer, de waarde geschat in zilveren sikkels, naar de heilige sikkel.”
Nummeri 15:23-24; “Van alles wat de HERE u geboden heeft door de dienst van Mozes van die dag af, dat de HERE zijn geboden gaf en daarna, van geslacht tot geslacht, en wanneer het buiten weten van de vergadering onopzettelijk geschied is, dan zal de gehele vergadering een jonge stier tot een brandoffer bereiden, tot een liefelijke reuk voor de HERE, met het bijbehorend spijsoffer en plengoffer volgens het voorschrift, benevens een geitebok tot een zondoffer.”
Numbers 15:27; “Wanneer één persoon onopzettelijk gezondigd heeft, dan zal hij een éénjarige geit tot een zondoffer aanbieden;”
Het moge duidelijk zijn, de dieroffers zijn voor onopzettelijke zonden. Maar wat gebeurt er als iemand opzettelijk zondigt?
Nummeri 15:30-31; ” Maar wie iets met voorbedachten rade doet, hetzij geboren Israëliet, hetzij vreemdeling, die zal een lasteraar van de HERE zijn, die zal uit zijn volk worden uitgeroeid, 31 want hij heeft het woord des HEREN veracht en zijn gebod geschonden; die zal zeker uitgeroeid worden, zijn ongerechtigheid is op hem.”
Geen dieroffer voor deze opzettelijke zondaar. Dat betekent dat in dit geval vergeving verkregen moet worden op een andere manier dan een dieroffer. Die andere manier is berouw en terugkeer naar God en zijn wet. Lees het boek Jonah. God zei tegen Jonah dat hij Nineve zou gaan verwoesten vanwege de zonden van de bewoners, maar zij kwamen tot inkeer, zij vastten, en God besloot om de stad niet te verwoesten.
Geen dieroffers hier, alleen berouw en inkeer, en God vergeeft.
Hetzelfde gold voor koning David. Hij deed wat hij deed met de vrouw van zijn buurman, en de profeet Natan confronteerde hem er mee. Nadat David zich realiseerde wat hij gedaan had, riep hij uit: “Ik heb tegen de HERE gezondigd”, waarop de profeet zei: “De HERE heeft uw zonde vergeven”. II Samuel 12:9-13
Geen dieroffers, slechts berouw en God vergeeft.
MAAR, dat betekent niet dat als we gezondigd hebben, dat we dan alleen maar berouw hoeven te hebben, en God vergeeft, en dat was dat. God vergeeft ELKE zonde na diep berouw en terugkeer naar zijn wet, maar dit betekent niet dat we er ongestraft van af komen. God vergaf koning David, maar niet tegenstaande dat werd hij toch zwaar gestraft voor zijn daad. Toen de profeet hem confronteerde met zijn daad gaf hij hem een aantal zware vervloekingen: “Waarom hebt gij het woord des HEREN veracht, en gedaan wat kwaad is in zijn ogen? De Hethiet Uria hebt gij door het zwaard verslagen; zijn vrouw hebt gij u tot vrouw genomen, hemzelf hebt gij door het zwaard der Ammonieten gedood. Nu dan, het zwaard zal van uw huis nimmermeer wijken, omdat gij Mij hebt veracht, en de vrouw van de Hethiet Uria genomen hebt, opdat zij u tot vrouw zou zijn. Zo zegt de HERE: Zie, Ik zal over u een kwaad doen komen, uit uw eigen huis; Ik zal uw vrouwen voor uw ogen weghalen en aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen op klaarlichte dag. Want gij hebt het wel in het verborgen gedaan, maar Ik zal dit doen in tegenwoordigheid van geheel Israël en in het volle licht. Toen sprak David tot Natan: Ik heb tegen de HERE gezondigd. En Natan zeide tot David: De HERE heeft uw zonde vergeven: gij zult niet sterven, ofschoon gij door deze daad de vijanden des HEREN zeer hebt doen lasteren, – de zoon echter, die u geboren is, zal sterven.”
En al deze vervloekingen zijn uitgekomen. We lezen in II Sam 12 dat het eerste kind van David en Bathseba stierf.
De zoon van David, Amnon, werd verliefd op zijn halfzuster Tamar, en hij verkrachtte haar. Een andere zoon van David, Absolom, was daar zo kwaad over, dat hij Amnon vermoordde. II Sam 13. Later rebelleerde Absolom tegen zijn vader David, en David moest vluchten om zijn leven te redden. Dit was het kwaad dat over David kwam vanuit zijn eigen huis.
Toen zei de adviseur van Absolom dat hij de bijvrouwen van zijn vader publiekelijk moest verkrachten om het volk te laten zien dat hij nu de touwtjes in handen had. Er werd een tent opgezet op het dak van het paleis, en Absolom ging met de bijvrouwen van zijn vader die tent in, zo de vloek vervullend dat David’s vrouwen publiekelijk aan een ander gegeven zouden worden. II Sam 16:20-22.
Dus hier zien we hoe het werkt: Wanneer wij zondigen dan worden wij daarvoor gestraft. En dus niet God, niet de buurman, maar wijzelf.
Hetzelfde concept, iedereen die lijdt voor zijn eigen zonden, komen we ook weer tegen in Jesaja 53. Zie hier: Jesaja 53
Het is natuulijk veel gemakkelijker wanneer we kunnen doen waar we zin in hebben, en we zijn bij voorbaat al vergeven door het lijden van God, maar zo werkt het niet.
Voor een diepere bijbelse (dat betekent “niet-christelijk”) gezichtspunt op straf en zonde, kijk hier: Waarom heeft de holocaust plaatsgevonden?