Jezus’ boodschap van liefde en vrede

De meeste mensen denken dat Jezus de bedenker was van hoog moralistische leerstellingen zoals “Je zult je naaste liefhebben, als jezelf.” en “Als iemand je op een wang slaat, keer hem dan de andere toe.” Echter, hij citeerde slechts de joodse leerstellingen. In de Thora, door God aan het joodse volk gegeven, staat geschreven in Leviticus 19:18: “Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf.” Kijk wat er geschreven is in Klaagliederen 3:30: “Hij biede de wang aan die hem slaat.”

Dus deze leerstellingen komen niet van Jezus maar van het jodendom.

Jezus zegt: “Hebt uw vijanden lief.” Het judaisme zegt: “Wanneer gij een verdwaald rund of ezel van uw vijand aantreft, zult gij ze hem zeker terugbrengen. Wanneer gij de ezel van uw vijand onder zijn last ziet bezwijken, zult gij dit niet onverschillig aan hem overlaten. Gij zult hem zeker helpen met afladen.” Exodus 23:4-5.

Jezus zegt: “Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben en uw vijand zult gij haten.” Matteus 5:43. Het is een joods gebod om je naaste lief te hebben, maar het is absoluut geen joods gebod om je vijanden te haten. Integendeel, het judaisme zegt: “Indien uw vijand honger heeft, geef hem brood te eten, indien hij dorst heeft, geef hem water te drinken; want dan hoopt gij vurige kolen op zijn hoofd, en de HERE (J-H-W-H) zal het u vergelden.” Spreuken 25: 21-22. Deze stelling is later gebruikt door Paulus, in Romeinen 12:20.

Van hieruit zien we dat deze hoog moralistische leer afkomstig is van het jodendom. Daarom hebben we geen Jezus of christendom nodig om volgens hoge morale maatstaven te leven.

En leefde Jezus zelf volgens deze maatstaven? Hij zegt in Matteus 5:22: “Wie tot zijn broeder zegt: leeghoofd, zal vervallen aan de hoge raad, en wie zegt: dwaas, zal vervallen aan het hellevuur.” En hoe spreekt hij over zijn mede joden, de farizeers? Hij noemt ze huichelaars (Matteus 23:13), dwazen en blinden (idem :17+19), vol van onreinheid (idem :27), en slangen, adderengebroed (idem :33). Hij leefde dus niet bepaald volgens zijn eigen leerstellingen, en, volgens zijn eigen leerstellingen, zal hij vervallen aan het hellevuur.

En wat betreft het toekeren van de andere wang? Na zijn arrestatie, gedurende zijn ondervraging, sloeg een officier hem in het gezicht. Keerde hij zachtmoedig zijn andere wang toe? Nee, hij protesteerde. Johannes 18:22-23 De profeet Jesaja daarentegen, keerde wel zijn wangen toe aan zijn belagers: “Mijn rug heb ik gegeven aan wie sloegen, en mijn wangen aan wie mij de baard uittrokken; mijn gelaat heb ik niet verborgen voor smadelijk speeksel.” Jesaja 50:6.

Jezus zei (Matteus 10:34): “Meent niet, dat ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar het zwaard.” Maar dit is niet de messias waar de joden op wachten. In de messiaanse dagen moeten de wolf en het lam samen weiden, en de leeuw zal stro eten net als het rund, en de slang zal stof tot spijze hebben (Jesaja 65:25). We hebben al een overvloed aan zwaarden, oorlogen en ellende op aarde. We hebben geen messias nodig die meer ellende brengt.

Jezus leerde om geen wraak te nemen maar om je vijanden lief te hebben. Maar toen hij onderweg was, hongerig, en een vijgeboom tegenkwam die geen vijgen droeg, vervloekte hij de boom die direct daarna dood ging. Matteus 21:18-19. Is dit de houding van een liefdevol persoon? In Marcus 11:13 kunnen we lezen dat het zelfs niet het seizoen was voor vijgen. Wat deed de arme boom verkeerd om een dergelijk lot te verdienen?

In Lukas 19:27 zegt Jezus: “Doch die vijanden van mij, die niet wilden, dat ik over hen koning werd, brengt hen hier en slacht ze voor mijn ogen.” w Dit is waarlijk een heel vreemde manier om je vijanden lief te hebben. Deze uitspraak was een motivatie voor de kruisvaarders om vele joodse gemeenschappen af te slachten.

Een ander slecht voorbeeld van hoe je vijanden lief te hebben is Johannes 15:6: “Wie in mij niet blijft, is buitengeworpen als de rank en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrand.” Deze vreselijke uitspraak is later gebruikt door de katholieke kerk om hun praktijken van het levend verbranden van joden op de brandstapel te rechtvaardigen.

 

Van dit alles leren we dat het zelfs voor Christus moeilijk was om een goed christen te zijn.